Koop een auto... in 1966

Mijn Kever is zoals je inmiddels weet uit 1966. In de jaren "60 ging het snel beter met de welvaart. Tussen 1960 en 1970 stijgt het autobezit in Nederland van 500.000 naar bija 2,5 miljoen! Maar een eigen auto was nog steeds heel wat voor de gewone man. Stel dat "Jan Modaal" in 1966 zo'n 5.000 à 6.000 Hollandse guldens te besteden had. Wat voor auto kon hij daarvoor kopen? En welke concurrenten had de Volkswagen Kever toen eigenlijk?

Om een antwoord op die vragen te vinden heb ik het boekje "Kies uw auto. - KNAC Autojaarboek 1966" geraadpleegd. Ook heb ik via internet een paar autotijdschriften uit 1965 en 1966 gevonden.

KNAC Autojaarboek 1966



In dit boekje worden ruim 180 leverbare auto's opgesomd met netjes per auto de technische gegevens, een fotootje en de catalogusprijs. Zakelijke informatie dus. Opvallend is dat de redactie in het Woord vooraf nog even uitvalt tegen de politiek:

"De manier waarop de wegenbouw in de Beneluxlanden (...) stagneert, de mate waarin de regeringen verstikkend werken op een gezonde ontplooiing van het automobilisme, hebben de groei van het wagenpark niet wezenlijk kunnen belemmeren".

Wat was er zoal te koop?

Als je anno nu bladert in het boekje kom je een paar opmerkelijke dingen tegen. Daarbij moet ik aantekenen dat ik niet weet volgens welke criteria de samenstellers van het boekje te werk gegaan zijn. Hebben ze alle leverbare modellen van een merk opgevoerd? Of slechts een selectie? Duidelijk is dat ze ook een aantal zeer luxe merken met telkens één model opgevoerd hebben, die vast nog wel wat meer modellen aanboden. Ik vermoed dat men van de "gewone" automerken de gangbare modellen opgenomen heeft. Waarschijnlijk is dit boekje daarmee een vrij representatieve koopgids geweest.




Wat valt op?

• Veel automerken die vandaag de dag een grote hoeveelheid modellen en varianten aanbieden zijn in 1966 met slechts enkele modellen vertegenwoordigd. Het aantal merken van nu lijkt kleiner te zijn, maar per merk zijn er meer modellen dan ooit. Het aantal modellen was natuurlijk ook beperkter: Afgezien van de grote Amerikaanse sleëen, Britse aristrocraten, de cabrio's en sportcoupé's had je voor dagelijks gebruik de keuze uit allerlei standaard "vierkante" sedan- en coach-modellen met lange motorklep en lange kofferbak. Opvallende verschijningen temidden van al deze "vierkante sedan-bakken" waren toen al de Citroën 2CV, de Citroën Ideal en DS en... de Kever! Ook hadden diverse merken een piepklein autootje als instapmodel, zoals de Fiat 500D.
  
• Het grote aantal Britse automerken valt op. Het grootste deel daarvan is vandaag de dag in Nederland in vergetelheid geraakt. Wat dacht je van Alvis, Bond, Hillman, Humber, Riley, Singer, Sunbeam, Vandenplas, Vauxhall en Wolseley bijvoorbeeld.
• Dan is er natuurlijk "onze" DAF. Met één model, de Daffodil. Vanaf FL 4595,=
  
• Ook zie je de eerste Japanse modellen: van Toyota, maar ook van Isuzu en Hino. Ook staan er twee Russische modellen in: de Scaldia 408 en de Volga M21. En het bekende Oostduitse wagentje, de Trabant!

Statistiek: Grootste automerk / meeste aantal modellen

• Engeland is met 65 modellen en 22 merken op papier het grootste auto-land in dit boekje. Duitsland volgt op ruime afstand met 34 modellen en 11 merken.
  
• Het merk met de meeste modellen is Fiat. Als je het merk Abarth er bij telt zijn het zelfs 12 modellen. Op plaats twee komt het Britse Austin met 8 modellen en daarna het Frans Renault met 7 modellen. Toch is dit niet helemaal eerlijk rekenen zo, want als je alle Ford-vestigingsplaatsen optelt (Ford Engeland, Amerika en Duitsland) heeft Ford 10 modellen en komt Ford nog voor de Britten op plaats 2. De top 4 ziet er waarschijnlijk eerder zo uit:
  1. Fiat
  2. Ford
  3. Austin
  4. Renault
  En dan is ook daar nog niet alles mee gezegd natuurlijk. Een merk kan wel veel modellen aanbieden, maar worden ze dan ook wel veel verkocht?
  

Engeland - totaal 65 modellen / 22 merken
Alvis - 1 / Aston Martin - 1 / Austin - 8 / Bentley - 1 / Bond - 1 / Daimler - 2 / Ford - 5 / Hillman - 3 / Humber -3 / Jaguar - 4 / MG - 4 / Morgan - 1 / Morris - 4 / Riley - 4 / Rolls-Royce - 1 / Rover - 2 / Singer -2 / Sunbeam - 3 / Triumph - 4 / Vandenplas - 2 / Vauxhall - 4 / Wolseley - 5

Duitsland - totaal 34 modellen / 11 merken
Amphicar - 1 / Audi - 1 / BMW - 4 / DKW - 2 / Ford Duitsland - 3 / Glas - 4 /Mercedes Benz - 4 / NSU - 5 / Opel - 4 / Porsche - 1 / Volkswagen - 5

Verenigde Staten - totaal 24 modellen / 13 merken
Buick - 3 / Cadillac - 1 / Checker - 1 / Chevrolet - 4 / Chrysler - 1 / Dodge - 1
Ford Amerika - 2 / Imperial - 1 / Mercury - 2 / Oldsmobile - 3 / Plymouth - 2 / Pontiac - 2
Valiant - 1

Italië - totaal 22 modellen / 7 merken
Abarth (Fiat Abarth) - 2 / Alfa Romeo - 2 / Autobianchi - 2 / Fiat - 10 / Innocenti - 2 /
ISO - 1 / Lancia - 3

Frankrijk - totaal 18 modellen / 5 merken
Citroën - 4 / Panhard- 1 / Peugeot -3 / Renault - 7 / Simca - 3

Overige landen

Japan: Hino (1), Isuzu (2), Toyota (2) | Nederland: DAF (1) | Zweden: Saab (1), Volvo (1)
Sowjet-Unie: Scaldia (1), Volga (1) | Tsjechoslowakije: Skoda (1) | Canada: Studebaker (1)
Oost-Duitsland: Trabant (1)

Prijsvergelijking

De prijs is natuurlijk maar één aspect van het kopen van een nieuwe auto, maar natuurlijk wel een belangrijk aspect.

Laten we eens kijken wat er dan van al die modellen in het KNAC-boekje bereikbaar was voor een budget van pakweg 5.000-6.000 gulden. Als je naar het onderstaande lijstje kijkt, zijn het - naast de Volkswagen Kever - juist de goedkopere auto's die het naar mijn gevoel - de verkoopcijfers heb ik niet - beter gedaan hebben op de markt.



De Fiat 500, de Citroën 2VC (juist, de eend), de Renault 4, de DAF en de Citroën Ami staan bij mij beter in het geheugen gegrifd dan veel van van de wat duurdere modellen uit deze lijst.




Uitzonderingen daarop zijn de Ford Taunus en de Opel Kadett (van de Kadett hebben we er destijds vier van versleten bij ons thuis...), maar die waren dan ook 400 tot 500 gulden duurder.

• Fiat 500D - 3495,=
• Trabant 601 - 3575,=
• Autobianchi 500 quatro Posti - 3850,=
• Fiat 600D - 3945,=
• Citroën 2CV - 4150,=
• Renault R 4L - 4150,=
• DAF Daffodil - 4595,=
• NSU Prinz - 4650,=
• Fiat 850 - 4695,=
• Citroën Ami 6 - 4790,=
• Volkswagen 1200A - 4850,=
• Renault Dauphine Gordini - 4945,=
• Simca 1000 - 4995,=
• Volkswagen 1300 - 5290,=
  
• Ford Anglia - 5350,=
• Austin Seven kostte 5395,=
• Vauxhall Viva - 5395,=
• Morris 850 - 5395,=
• Morris Minor 1000 - 5425,=
• Scaldia - 5475,=
• Renault R8 - 5495,=
• Skoda 1000 MB - 5495,=
• Fiat 1100D - 5555,=
• BMW 700 LS - 5575,=
• Hillman Imp Mk II - 5690,=
• Opel Kadett - 5690,=
• NSU Prinz 1000 - 5750,=
• Ford Taunus 12 M - 5795,=
• Ford Cortina - 5920,=
• Austin A 40 Mk II - 5950,=
• Renault R10 Major - 5995,=

Vergelijkende autotest uit 1968

Een paar jaar later, in december 1968 hield de Autokampioen, het autoblad van de ANWB, een enquête over een viertal populaire auto's, een "Consumentenrapport, gebaseerd op het oordeel van 1249 eigenaars, die in totaal 36.657.000 km aflegden".



Daarin waren het de VW 1300, DAF 750, Fiat 850 en de NSU 1000 die met elkaar vergeleken werden. Dit moeten dus redelijk populaire en - zoals de Kampioen zelf schrijft - goed met elkaar vergelijkbare auto's geweest zijn. De auto's van de deelnemende panelleden waren niet ouder dan drie tot vier jaar. Het resultaat van de test lees je in het artikel: De VW 1300 in de autobladen 1965/1966 [volgt]