Welkom!


Ik ben Paul, geboren in 1967. Sinds 2008 ben ik de trotse bezitter van deze originele Nederlandse Volkswagen Kever 1300 uit 1966 in de kleur Seesand. Gekocht op gevoel, zonder verstand van Kevers of autotechniek. Was dat verstandig? Nee. Was en is het leuk? Ja!!! Hier kun je meekijken wat er sindsdien allemaal gebeurd is. Groeten, speciaal aan alle Keverfans - en veel plezier op deze pagina's! Kijk ook eens op mijn site Kevervoorbeginners

13 september 2008

Een erg korte Oldtimerdag...

Kever uit de stalling gehaald en nog een beetje gepoetst, eigenaar in jaren 60 outfit gehesen, droog weer voorspeld (ook al uniek dit jaar), kortom: het feest kon beginnen: deelname aan de Oldtimerdag 2008 in Alphen aan den Rijn. Het leek me erg leuk. Een toertochtje, daarna de Kever temidden van allerlei ander leuk auto-spul in de winkelstraat en een beetje kletsen met passanten en mede-bezitters van industrieel erfgoed (ahum...). Het liep een beetje anders.

Bij het starten viel me al op dat de Kever weliswaar vlot startte, maar niet lekker op toeren bleef. Het laadstroomlampje ging af en toe aan. "Ach, hij heeft het een beetje koud gehad de laatste week", denk je dan. Het was ook nog vroeg en mistig. Dan komt niemand graag zijn bed uit. Na wat aandringen met stationair met een beetje extra gas was het probleem verholpen. Daar leek het tenminste op.



Op weg naar Alphen, kort voor de bocht naar de HSL-lijn was het daar: het geluid. Een verkeerd geluid. Het vermogen viel meteen terug. Het is het geluid wat ik een week geleden al een keertje gehoord had. Maar toen ging het vrij snel weer weg. Nu klonk het harder. Een helder metaalgeluid. Alsof je met een lepel in een lege pan staat te klepperen. Gelukkig was er geen verkeer achter mij en kon de Kever veilig naar een parkeerhaventje bij een boerderij hobbelen.

Tja, motorklepje open. Niets bijzonders te zien. Kabeltjes even aangedrukt. Olie was al goed, dat had ik voor het wegrijden al gezien. Maar goed, allemaal overbodig, want je weet het al lang: Dit is geen kwestie van een schouderklopje en verder rijden. ANWB bellen dus (Gebod 1: onderweg met een oldtimer = mobieltje meenemen). Er zou zo iemand komen. "Wilt u de auto zo ver mogelijk van de weg duwen/verplaatsen en de alarmlichten aanzetten? En wacht u achter de vangrail." OK, bij gebrek aan alarmlichten en vangrail bleef ik maar bij de Kever staan.

Binnen een kwartiertje daalde de ANWB-Engel neer. Peukie in zijn mond, een gezicht getekend door ervaring en zonlicht. "Eerst maar even naar een rustig plekje" zei hij gemoedelijk. Sleepkabeltje om de vooras gelegd (dat gaf al vertrouwen, dat hij niet klakkeloos de bumper er af ging trekken...) en de straat overgestoken naar een ruim terrein van Rijkswaterstaat, zo te zien.

De ANWB-Engel met eeuwen ervaring was duidelijk een Kevervriend. "Vroeger heel wat stoterstangetjes en kleppen vervangen" zei hij. En dat je niet in de buurt moest staan als de accu onder de achterbank ontplofte, als die kortsluiting maakte vanwege een doorzakkende achterbank. En ja, die derde cilinder hè, dat was een zwak punt altijd van de Kevers.

Hij controleerde even de ontsteking en de startmotor. En vervolgens moest ik nog een keertje starten. "Ja, genoeg!" klonk het binnen een paar tellen. Ja, ik vond het ook genoeg. Het klonk echt niet best. De man keek somber: "Gebroken klep of anders een kapotte cylinder" bromde hij. Nadat hij informeerde waar de wagen naar toe moest, belde hij de lepelwagen op.


Wachten op de takelwagen. Eenzame Kever op groot terrein...

Twintig minuten later kwam die er al aan. Een aardige jongen van de ANWB-takelservice ("Ik heb al heel veel VW's meegenomen") had de Kever in no-time aangekoppeld. Of ik een stuurslot had? Nee. Of ik de alarmlichten aan wilde zetten? Sorry, die zijn er niet. Daar had hij een oplossing voor. Twee joekels van knipperlichten, voorzien van grote zuignappen. Maar die bleven niet op de bollende achterruit van de Kever zitten. Dus dan maar zo op weg naar de Kevergarage. We vallen zo ook wel genoeg op. Mij viel op dat hij flink doorreed, ondanks de last achter de wagen. "Ik merk niet eens dat hij er aan hangt" zei de jongeman. Dat zijn niet de soort opmerkingen waar je erg gerust van wordt. "Hij hangt er toch nog wel aan?" vroeg ik half serieus. "Ha ha, ja hoor" Hij wees op een beeldschermpje links van hem, waarop je de Kever achter ons kon zien.



Even later komen we aan bij de Kevergarage. ("Wat zie ik? Alternatief vervoer?") Bij een kop koffie en even starten dezelfde diagnose. Nu maar even afwachten of dit hersteld kan worden door een of twee kleppen te vervangen of dat de schade al groter is en er een andere motor in moet. Dat laatste zou jammer zijn. Nog even los van de kosten: Een auto mèt de originele motor er nog in - dat heeft toch wel wat...

3 opmerkingen:

Barbera zei

Beterschap...voor jou en de arme Kever. Gelukkig werkt jouw motor nog uitstekend !Kosten? Ach, "Geld spielt keine Rolle", toch?

Wil zei

Hoi Paul
Allereerst bedankt voor de felicitatie n.a.v. de geboorte van mijn dochter. Dat was een leuke verrassing, maar dit kleppenverhaal (de technische kant daarvan) is dat niet. Dit is drama van een andere orde dan een lekke band. Het hart van de Kever is getroffen door een attack. Ik hoop op een geslaagde reanimatie van de originele motor en verwacht je snel weer op de weg, met de Kever welteverstaan.
Groet
Wilco

Anoniem zei

Mensch..Paule,
wat lees ik daar..de kever ziek.. nee toch! Ik hoop dat je een goede chirurg kunt vinden die er verstand van heeft en de org. motor weer op gang krijgt.Het is natuurlijk wel een goede manier benzine te besparen als je met de lepelwagen terug naar huis gebracht word.
Gute Besserung wensen de berlijnse (mittlerweile auch) Kever-fans !!